2015-09-09
Henk Chabot
Schilder en beeldhouwer Henk Chabot (1894-1949) woonde en werkte in Rotterdam en was in de periode tussen de twee wereldoorlogen een toonaangevend Nederlands expressionistisch kunstenaar. Zijn uitbundig geschilderde landschappen, woedende zeeën en staalkoude winters fascineren ook vandaag nog. Net als zijn zeer persoonlijke en indringende schilderijen van boeren, tuinders en dieren en tijdens de oorlog van vluchtelingen, onderduikers en gevangenen.
Chabots nauwe betrokkenheid bij de gebeurtenissen van zijn tijd weerspiegelt zich ook in enkele van zijn bekendste werken als Brand van Rotterdam (1940) en Inundatie (1944). Het zijn in de eerste plaats artistieke verbeeldingen van een landschapshistorische situatie, maar ze kunnen wellicht ook gezien worden als de verbeelding van de historische situatie in ruimere zin, zoals Chabot dat zelf aangaf in de titel Zomer (Vrede) uit 1945.
Het kunstenaarschap van Chabot valt vrijwel geheel samen met de jaren van crisis en (dreiging van) oorlog in Europa. Hij voorzag al spoedig de gevaren van de politieke gebeurtenissen in Duitsland. Dat was een van de redenen om in 1933 – het jaar van Hitlers greep naar de macht – rust te zoeken in Vrouwenpolder en daarna zich terug te trekken op het platteland. Levend aan de rand van de grote stad, kon Chabot deze ‘buien’ als het ware zien opkomen en kon hij symbolisch ‘met uitzicht over het water en het vlakke land, het weer uit de eerste hand volgen.’
Tot zijn overlijden in 1949 heeft Chabot afwisselend landschappen en dier- en figuurstukken geschilderd. Over de kunstenaar en zijn werk werd in die jaren geschreven:
‘Zonder twijfel behoort Chabot tot de allergrootsten onder de levende Nederlandsche schilders van het oogenblik, en stellig ook tot die kleine categorie die haar eigen tijd – en misschien voorgoed – overleeft. Daarbij kan het opvallen, hoe door en door Nederlandsch zijn werk is – hoe dit werk onwillekeurig een specifiek Nederlandsche traditie voortzet en van tijd tot tijd namen in gedachte brengt als die van Brueghel, Brouwer of Rembrandt, zonder dat er sprake is van eenige navolging.’